Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want die tot hem zegt: Zijt gegroet, [35]die heeft gemeenschap aan zijn [36]boze werken. 35. Dat is, die hoort zijn valse leer, waardoor hij de mensen verleidt, en stelt zichzelf in gevaar om door hem ook verleid te worden, en geeft anderen ergernis, alsof hij de valse leer toestond, daar hij zulke gemeenschap houdt met de valse leraars. 36. Namelijk die hij doet in het verleiden der mensen van de ware leer.